Op de vlucht.
Jona zag het totaal niet zitten
die opdracht van zijn God.
Barmhartig buiten Isrel’s grenzen
hij zag voor Ninevé een ander lot.
Dat volk van eeuwen onderdrukken
van deportatie en marteling .
Hiervoor toch liever geen genade
en daarom werd hij vluchteling.
Maar God beschikte Boven anders
er kwam een storm er kwam een vis
’t symbool drie dagen en drie nachten
straks voor Zijn Zoon voor diens verrijzenis.
Hoe hoog slaan zo voor ons de golven
als wij die God ontvluchten om :
zoveel ideeën zoveel lusten
zijn onze redenaties even krom.
Zijn wij hardnekkig in ons denken
gena voor ons , niet voor die snaak
die ’t al ontloopt ons heeft bedrogen
en die slechts leeft voor zijn vermaak.
Raken wij los van consequenties
gaat ’t zicht op eigen leven mank
manipuleren wij elkander
zelfs God vaak tegen wil en dank.
Wij zingen: “vluchten helpt niet meer”.
Maar vluchten toch iedere keer
voor alle plicht en alle zeer.
Weerhoudt ons van dat vluchten Heer!
th