Springend en huppelend heel blij,
daar loopt ie dan, in de wei.
Hinnekend met lieve ogen en een zachte neus,
ja voor mij lijkt hij wel een reus.
In galop loopt hij door het bos,
met zijn warrige haardos.
Vermoeid wandelt hij terug naar de stal,
ja het is een gek geval.
Hij word wel degelijk de mijn,
Want zo moet een perfect paard zijn