prikkeldraadspitsen wijzen binnen elke twijfel weg wat automaten en wachters betreffen, de laatste moed van de ander hangen zij als buit af
een liefdesgedicht voor sigaretten schrijf je tegen de celwand waar een angst voor het vuurpeloton reeds lang is geweken en zij telkens weer terugkeert tijdens de verhoren
heb je hen definitief verlaten de staatsveiligen, het haten zelf bevriest in de tralies en een nummer raak je nooit meer kwijt
net als de twijfel dat mensen mensen zijn toen jij slechts stukgoed was met streepjescode, geïnfecteerd en epidemisch wil hoop zich in jou branden
het binnen en buiten deelt jouw werelden het vergeten is zo geliefd dat je schrijft is meer…