Ongekende grens, niet mijn antwoord.
Omdat er een onbekend grens is, ongekend en wreder dan alle nachten tesaam. Het tijdelijke en het tijdige, beide wreken zich in hoofden die niet stil willen staan omdat zij alles willen bemerken, beseffen, zelfs wanneer zij zo hard vloeken en vragen om het te laten stoppen. Vooral dan gaat en staat het gevoel nog veel meer dan open. Alles wat we ontlopen willen komt toch keihard terug op ons pad en datgeen waarvan we hopen dat het eeuwig blijft. Onze vuisten bloeden door het veel te stevig vastgrijpen van iets dat vloeibaar bleek - juist dat, precies dat waarvan ik had beloofd het nooit meer te doen. Maar muren vallen, ramen breken als botten zo fragiel. Kijk naar de lucht liefste, en zie hoe de wind toeneemt in zuidwestelijke richting. Als ik hoog genoeg kan springen, zal ik in je schoot landen, maar dan breek ik jouw benen en mijn nek. Is dat het waard?
Ze stond op en knikte. 'Kom dan maar.'