Ik verzin alles, je bestaat niet
Maar ik jammer genoeg wel.
Hoe zal ik je noemen... verdriet?
Nee, ik kende ooit stukje verdriet
Dat werd een droevig liefdes lied
Ik noem je Muur van Beton
Je bent mooi, menselijk en elegant
O, muur, Als ik je nog eens zien kon
Jouw kiezels en zand, als een diamant
Maar nee, het zijn kleine stukjes glas
Toch mis ik hoe je was
Jouw stralende lach, je luchtige ademhaling
De warme omhelzing als ik je zag
Maar ik moet je vertellen, waarschuwen
Vragen over zoveel dingen en dromen
Over mijn opsluiting, de kelder
En hoe deuren open te duwen om eruit te komen
Over mijn leven in deze stenen stad waarin ik vastzit
Ik heb mezelf liefdevol uitgesneden, in goud geschreven
Maar ik verzwak, verbleek, heb licht nodig
O, muur, jij bent mijn zon, mijn planeet, mijn ster
En ik verzin het allemaal voor jouw
Ondertussen zweet ik, de nacht negeert me
De wind plaagt me en ik wil je zien Muur
Ik wil dingen die ik niet kan krijgen
Geluk, liefde, welzijn, onmogelijke dingen
Dingen van de bovenste plank
Waarom moet ik zijn zoals alle anderen?
Antwoord Muur, ik verlies mijn geduld
Net als mijn glimlach en mijn onschuld
Mensen zien me, voelen me, negeren me
In het grote getal ben ik een rare
Noem mij een nul, een onbegaanbare weg
Ik denk dat ik aan haar denk, al weken
Wat ontzettend jammer zeg!
Zij, degene die ik niet kan benaderen
Die mijn hart op 100 plaatsen kan breken
Maar zij denkt niet aan mij, dus ik licht mijn voeten
Nu ben ik naakt, vrij - dat is beter
Ik voel me slim, dit ben ik, dit is mijn verschijning
Ik weerkaats licht naar een oog
Naar de hersenen en ik wordt waargenomen
Maar hoe pas ik in een wereld
Waarin iedereen hetzelfde wil?
Ik rek me uit en verlang naar de nacht
Ik sluit mijn ogen. Ik stel me voor dat een jaar voorbijgaat
De zon schijnt nog steeds en mijn ziel leeft weer
Dag Muur, ik heb je nu niet meer nodig
Je mag doen, zijn, wat je wilt... snap je het?