~~~
Donkergrijze wolken stonden
bol van de regen.
Klaar om open te spatten
als een overrijp abses.
De wind waaide het stof van de akkers
over de traktors heen.
Alle dieren hadden hun
toevlucht gezocht in
veiliger en vooral drogere oorden.
In deze prelude tot het einde van de wereld, werd ik, Charly, geboren op een woensdagochtend,
in de verlaten koeiestal.
Buiten trok de lucht zich verder samen en
het dak van de stal werd als een trommel bespeeld
door de neergutsende regen.
Mama had al mijn broertjes en zusjes al veilig op de wereld gezet toen ik als laatste mijn eerste luchthappen nam. Het oorverdovende gekletter, de niet ophoudende bliksemflitsen en de rollende donder deden mama en oma besluiten ook veiliger oorden op te zoeken. Eén voor één werden mijn broertjes en zusjes meegenomen. Dit is het laatste dat ik ooit van hen heb gehoord.
Als een blinde mol lag ik vooraan in de koeiestal. Uren heb ik liggen wenen.
Niemand miste mij.
Uiteindelijk werd ik meegenomen door een meisje "Charlotte".
Ze gaf me haar bijnaam, Charly.
Daar werd ik, negentig gram volzwart katerkitten, meegenomen door Charly.
Een dierendokter werd om raad gevraagd. En Charly zorgde voor mij, elke drie uur werd ik gevoed. Alles werkte ook mijn achterdeurtje. 's Nachts kwam Charly's mama me voedden. Twee nachten lang sliep ik langs haar in een warme schoenendoos.
Vanavond ging het echter grondig fout voor mij. Mijn hartje stopte met kloppen en ik ging dood. Nu schijn ik met het licht van mijn sterretje op mijn twee engeltjes.
Mijn twee "Charlies Angels"