Lopen in een vroege avond
zoeken naar een mindere zon
langs daar waar de rijken wonen
seringen en hun huizen van beton
geen beweging achter stijf gewassen gordijnen
want verderop
is het echte mensenleed verstopt
angst pijn waan en medicijn
doen alles vergeten
We waren er even in jouw tijd
vinden onszelf terug in schemerregen
op het station
treinen schreeuwen moorddadig...
vlak langs je
ineens een klein geluid
tegen de in glas gehulde wachtplaats
er ligt een klein musje
mijn handen nemen het in de warmte
kleinood van de schepping en zo groot
raak het aan met tranen en bewondering
blijf het jou maar vragen
nee het leeft niet meer
gezichten en treinen gaan voorbij
er is geen tijd voor de dood
terwijl we een wezentje een plek geven
lijkt de hemel leeg
of is die met jou verder gevlogen