De wijzerloze klok kende slechts
uren met en zonder jou
gestaag stroomt regen een duet
met de verloren tijd in ballingschap
dat zelfverkozen wordt gedacht
en toch niet is
mijn cel te leeg
mijn woorden noodgedwongen eveneens,
voor inhoud was de prijs te hoog.
Mijn hart was spel in kinderhanden
de ernst in wedloop met de spot
Deemoedig buig ik voor de starheid
voor mijn liefde vraag ik geen vergeving
wel voor mijn storend menselijk zijn.
Neem mijn vaarwel en neem het touw
geboeid zijn is ontbonden
de wind draagt het verleden mee
dit hart klopt vrij of het klopt niet.