...
Ik wil u wat zeggen – staand ' op dit podium open
een boodschap , klein en vluchtig van aard
'n duidelijk woord toch ' tot hen gericht
die oren hebben, niet ' die van het gezicht
een toneelstuk zou spelen ' eerst
rijk van taal – en karakters klinken rond en groot
een hond! ' o Shakespeare zou herrijzen
als storm - Van droom ' en schitterende patrijzen
woorden zouden rap ' het einde snellen
luisterend ' het welluidend epiloog
waar de grote schrijver zelf ' zich diep bezint
en daarom is het dat ik – dat dit , pas hier begint:
“Onze vertoningen nu , zijn geëindigd , deze acteurs
Zoals reeds voorzegd – waren allen innige schimmen ' en
Zijn ineen gevloeid in lucht ' in iele lichte lucht
En gelijk het grondloos weefsel van dit visioen
De wolk-g'wikkelde torens , de adem' nemende paleizen
De verheven tempels , en zelfs ' de grote globe Zelf
Yea , al wat het bezit - zal ' in lucht vergaan
En , evenzo , dit fantastisch tafereel vervaagde -
geen spoor laat in het nevelvat. Wij zijn van zulke draden
als waar dromen mee geweven worden; en ons kleine leven
wordt om-rond door een mantel van slaap.”
F.