Moed
Het kluwen werd altijd uit elkaar gehaald.
Lachend keken de ogen de toekomst tegemoet.
Er was liefde in het hart.
De lippen trokken in een mooie glimlach.
Maar nu is de moed in
de vederloze schoenen gezakt.
De ogen hebben geen pretlichtjes meer.
Het hart heeft pijn.
Dat was niet de bedoeling,
Er was geen evenwicht meer,
de balans was naar beneden gezakt.
Het verdriet was zwaarder, dan het geluk.
Geen besef dat het nog anders kon,
hoewel het zo mooi begon.
Het werd weggeveegd
naar een diepe moedeloosheid.
Moed zou men moeten kunnen maken,
er van proeven en het goede smaken,
zonder bitterheid
brandend in de ziel van het individu.
Had het leven niet anders gekund
Met druppels als parels,
geweven in een liefdesweb
waar alles met goedheid bleef kleven?
Claire Vanfleteren