Z Z Z Z
golfslagen tussen gespartel
duiken als een kwallebabbel naar de bodem zonder licht
beetje zwemmen in de zonnestralen zonder lulverhalen
groen is het water, blauw zijn golven, spierwit is de hoop
papier die hier nu voor mij stapelt op honderden bureaus
op een gammel takje met een uil in een oerlelijke droom
roept dat ie tot hier zit in het middernachtverzonnetje
dun zijn de draden, dik zijn de buiken, mooi zijn we weg
naar de noord en zuid, de hoogte en de onuitputtelijke
in pin het web weer in, uit buit de bocht weer uit me slip
met remsporen proberen we het gedrocht te volgen
de bodem zakt langzaam door ons onvermogen heen
terwijl we nog snel hengelen op bevel van allerlaatste
rood zijn we binnen, vloeibaar de gevulpende streken
dwars de schoonheid die wij tot laatste snik beminden
Z Z Z Z