jij hebt me jarenlang in ‘t hart gedragen mijn steun en toeverlaat wanneer de dammen breken nooit sliep ik veiliger, jij kon verdragen dat eenzaamheid mij altijd om de liefd' liet smeken
weifelend je stap, jij kunt niet eeuwig schrijden je tol betaald, heb jij jouw rust verdiend als ooit jouw blik verstilt, zal ik jouw licht verbreiden
ik stort niet in, jij bent mijn fundament mocht jij eens gaan voelt het als vorst in zomers die wij kenden ik weet dat ’t zonder jou toch nimmer went