Het is de Stilte die begint te schreeuwen,
Altijd stil zijn al die eeuwen?
Nooit praat er eens iemand tegen mij,
Alleen Niks staat aan mij zij.
en Niks die zegt ook nooit eens wat,
Ik ben die Stilte echt spuugzat.
Geen geluid om te zingen,
Geen Hemel of Aarde om op te springen.
Toen kwam er iemand aan,
het was Lawaai die naast hem kwam staan,
"Wat zeggie nou" schreeuwt Lawaai,
Stilte keek op en zei "mijn stille leven is zo saai"
Lawaai die keek nam een diepe zucht en zei;
Ieder voelt zich wel eens een vlaai.
Stilte keek "nee mijn leven is zo saai"
"hoe noemde je mij moeder" riep lawaai.
"Neeeeee!!" schreeuwde stilte voor de zoveelste keer.
Je moet eens luisteren, je geschreeuw doet mij zo zeer.
Lawaai keek op, maar luisteren is niet mijn taak.
Ik maak geluid dat is mijn zaak.
Ik schreeuw, ik creƫer chaos, ik laat de wereld om mij heen trillen.
Deze taak wil ik niet verspillen.
maar er is 1 vriend die ik altijd mis,
Dat ben jij Stilte mijn vriend, mijn vijand, dat wat is.
Zonder jou zou ik niet kunnen leven,
zonder jou kan ik niet beven,
zonder jou kan ik geen lawaai geven.
Stilte werd stil van zijn woorden,
Mijn vriend.. zei Stilte, jij bent degene aan wie ik mij stoorde.
Ik ben blij dat ik jou mag helpen in je bestaan,
Ik ben de Stilte en ik zal altijd voor je klaar staan.