Al wat ik weet is mijn geweten.
Onthouden doe ik denk ik met een reden,
net als de dingen die ik ben vergeten
niet zonder reden zijn weggegleden.
Omdat weten en niet-weten aan mijn herinneringen kleven,
voeren elektrische spanningen in mijn brein een interne strijd.
Wellicht omdat zij weten, meer dan ik, dat fantasie is verweven
met flarden werkelijkheid.
Ik kan het verleden niet wissen,
de dag van nu kan ik niet ruilen,
naar morgen kan ik slechts gissen.
Nu ik dit besef,
kan ik me altijd achter mijn brein verschuilen.