Van dode materie
Tot levende mens
In een niet te bevatten
Noch te rijmen tijdsspanne
Stofje voor minder dan een tel
In het licht van de eeuwigheid
Geeft reden tot tomeloos optimisme:
Alleen een goddelijke oorzaak
Rechtvaardigt mijn aanwezigheid
Stof gehuld in pracht en praal
Om zich een plaats te verwerven
In volgend stof
Zonder te beseffen
Dat slechts spot
En meewarigheid haar deel is
Als de tijd heeft verteerd
Kan het geschenk worden aanvaard:
Van dode mens
Tot levende materie