Toen jij die woorden tegen me zei
wist ik het zeker, het is voorbij.
De liefdeskaars die voor ons brandde,
die heb jij uitgedoofd.
En ik vraag me telkens af,
waarom heb ik zolang
in deze liefde geloofd?
Nu sta ik met twee lege handen,
niemand om me heen.
Ik sta met twee lege handen,
ja, ik voel me echt alleen.
Ik zie ons nog lopen,
zij aan zij en hand in hand.
Die lange avonduren samen
toen we samen liepen langs het strand.
Jouw hoofd lief op mijn schouder.
Ik mis de warmte van jouw lichaam,
het voelt zo koud nu om me heen.
Want ik sta met twee lege handen,
niemand om me heen.
Ik sta met twee lege handen,
met alleen maar kou en stilte om me heen.
Vaak denk ik nog terug
aan die tijd van toen.
Ons eerste afspraakje
en de eerste zoen.
In het begin nog heel erg close,
maar we groeiden uit elkaar.
Leefden meer ons eigen leven,
voor elkaar hadden we geen tijd.
En langzaam, ja langzaam,
raakte ik je kwijt.
Nu sta ik met twee lege handen,
niemand om me heen.
Alleen de kou, de stilte en de leegte,
Ja ik voel me echt alleen.
En nu, jaren later, vraag ik mezelf nog af:
Vind ik ooit degene die mij de liefde geeft,
die jij mij ooit eens gaf?
Iemand waarvan ik weer kan houden,
waar ik me aan kan warmen elke dag?
Ja, wie, oh wie geeft mij weer de liefde?
De liefde voor mijn twee lege handen?
Pancho
31 oktober 2012