Zoekend naar het slot en tastend naar de deur sta ik aan mijn huis.
Ik word gehuld in duisternis, bang als een dief in de nacht.
Mijn ziel zal geen rust vinden.
Heel onverwachts valt de maneschijn op mijn rug, op de deur en op mijn hand.
Het onthult mijn ware aard en wat ik al wist:
de deur zit op slot.
Al lange tijd.
Mijn hart zit op slot,
want ik raakte elke herinnering kwijt.