ze klampte zich vast
(haar vingers, haar vingers zal ik nooit vergeten)
via mijn schouder fluisterde ze
ik moet huilen
ik wil schreeuwen
ik wil slaan
ik wil iemand neersteken
om het even wie
ik moet hier weg
ik wil weg
ik kan niet weg, er zijn te veel mensen
ik moet weg
voordat ik iemand..
en tranen lieten haar zwijgen
haar handen als vuisten, elke tederheid verloren