Koud
Het was koud en donker
Ik stond op het perron
De trein kwam aangereden
Niet de mijne
De trein van het meisje
Met een dromerige blik
Ik zag haar zitten
Starend uit het raam
Ze zag me niet
Tot de trein begon te rijden
Ze keek me aan
En lachte
Niets dromerigs meer aan haar blik
De trein reed weg
Ze draaide zich om en keek me lachend aan
Een blik die mij deed dromen
Van alles wat zou kunnen zijn
Maar niet zo is