Hopeloos verloren, midden in de nacht.
Je zegt woorden die goed bedoelen, maar worden zo verkeerd opgevat.
Tranen rollen dan over je wangen, en begin je opeens eenzaam te voelen.
Willen uitleggen wat je nou bedoelt, maar het word niet meer gehoord.
Zoveel van hem houden, zo gelukkig met hem zijn.
Nu is dat in zijn ogen opeens over, wat kan ik nu toch doen.
Mijn gevoel voor hem werd nooit minder, alleen maar sterker in mijn ogen.
Elkaar leren kennen als goede vrienden, later zelfs een stel.
Mensen vragen is dat je vriendje, en wij maar blozen.
Als ik hem in m’n ooghoek met de hond zie lopen,dan krijg ik nog steeds dat speciale gevoel.
Dan wil ik naar hem toe, om te knuffelen.
Dan wil ik naar hem toe, om te zoenen.
Dan wil ik in zn mooie donker bruine ogen kijken, zoals altijd zoals toen.
Dit beschouwen als een break, dit beschouwen als snel vergeten.
Ik heb inderdaad domme dingen gezegd, ik was boos toen.
M’n overzicht verloren, niet te weten wat te doen.
Mijzelf bij elkaar aan te rapen, en toen BOEM.
Dat ene telefoontje,zal ik niet snel meer vergeten.
Tranen prikken weer in m’n ogen, want ik mis hem.
Ik wil hem terug, en de tijd weer beleven zoals toen.