"Tijdens de Middellandse Zee"
Breek mijn dromen niet.
Op papier ben ik een vogel.
Jouw ogen van stilte,
ze schreeuwen, ze weten:
Er is niets, niets meer.
Smelten doen we in water.
Lopen, lopen langs de lange koude kade.
Weer, weer en nog een keer.
Later, schrijven wij verhalen.
Vandaag is de beer buitenwesten.
Alleen vindt zij haar welpen.
Het beste wat hij kan doen...
Is zwijgen en helpen.
Moge de monsters van de vrede,
de zachte waanzin
blijven in het uitgestrekte bos.
Morgen gaan we naar Centraal Congo.