Als kind vond je het leuk om van de klippen te val-
Len. De droom om te vliegen liet je over aan de vol-
Wassenen. Wat zij schrik noemde had jij aan de
kant geschoven en je stapte in de lucht zoals een
ander roofdier. Je spotte met de sterke wind, met de
Wegen waar men zijn hoofd tegen de hemel stoot. Je
hebt hoogstammig woud geschetst , eiken doen dui-
zelen, langs sappen omhooggekropen, slok na slok,
al bloedend. Maar later leerde men je wat moraal
Was. Het was, weet je nog, het begin van je hoogte
Vrees.