Aan niets denken, de beelden werken
het is de lucht boven zee die versluiert
wolken maken de mooiste tekeningen
als de schepping een dik zwaar wolken voelen
in tinten grijs en blauw
aan het strand tekenen de zee en de mensen scherper
alsof je niet goed kunt kijken
het wollige van boven de scherpte van beneden.
Heden, er zijn wandelaars
waar gaan ze naartoe waar denken ze aan
een meisje huilt in het voorbijgaan
het gaat je wel als niet aan.
Golven van mensen nemen je soms mee
je houdt van zwemmen in hun beweging
dan trekken de golven zich weer terug
of jijzelf, ben je meer en minder geworden.
Vlindervleugels kunnen branden, zijn zo teer
wat mag en kan nog kwetsbaar zijn
het is een kracht, een daad van schoon zijn
en schoonheid als het vlindertje dat tegen het raam zit.
Vleugels horen uit te slaan, nooit gekortwiekt
nooit verbrand door hitte
nooit die kooi voor vogels
het luchtruim is van hen
en wij mogen kijken
en soms een stukje vrijheid mee ervaren.
Golven raken rustig aan het zand, heden ga je mee
terug naar 5 jaar geleden toen wij hier stonden in zee
hitte en een vlammende zonsondergang
een kind dat werd geboren
toen je bij ons kwam, de nieuwe zon
kinderen vliegen in hun zijn door de dagen
in hun lachen hun huilen en momenten
een jongetje voor me vliegert
en de tijd die vliegt.