Misschien is niet zijn een zijn zonder dat jij bent,
zonder dat je de middag af gaat knippen
als een blauwe bloem, zonder dat je later
door de nevel en op tegels loopt,
zonder dat licht dat je in je hand houdt
en dat anderen misschien niet als goudgeel zien
en waarvan misschien niemand ooit heeft beseft
dat het gegroeid is als het rode begin van de roos,
zonder dat jij bent, kortom, zonder dat je plots
prikkelend mijn leven bent komen verkennen,
windvlaag in een rozenstruik, tarwe in de wind,
En van dan ben ik omdat jij bent,
en van dan af ben jij, ben ik en zijn wij
en door liefde zal ik, zal jij, zullen wij zijn.