We vliegen door de lucht,
Over de oceaan,
Vogels vliegen mee,
Op zoek naar hun nest.
We vliegen naar een dorp,
De mensen kijken omhoog.
Ze zwaaien ons gedag,
En wensen ons een goede nacht.
Daar is een wei,
Op een berg,
Met heel hoog gras.
De geiten daar,
Zoeken een plaatsje voor de nacht.
We liggen in de wei,
kijkend naar de zon die verdwijnt.
De lucht wordt donkerblauw en de maan die schijnt.
Sluit je ogen,
Droom maar zacht,
Mama zal er zijn.
Rust maar uit,
Morgen zal weer beter zijn.
De sterren schijnen zacht,
De oceaan komt tot rust,
De dieren houden wacht, voor een goede nacht.
Je bent hier veilig,
Kruip maar tegen mama aan.
Mama houd van jou en laat je nooit meer gaan.