Parmantig tikten je hakken
eens op de straatstenen
van de verlaten zwoele nacht
gelijk het tikken van de klok
die nu een verloren tijd aangeeft
er wisselde een heel seizoen
de zomer warmte keerde zich tegen mij
koele winden en regendruppels
vullen de steeg waar we afscheid namen
daar achter de muur het thuis waarin je leeft