Woorden worden te week
wanneer hen
jezelf steken
en geen weg
ziet helen
Dan horen de tranen
te stromen
kolkende rivieren
echter niet kan
dit oordeel te vellen
of te stoppen
Zo beknel mezelf
elk zout in een traan
een pleister makend waan
Hoe langzaam
het ook zal gaan
of tot genadeloos
het mes uitzichtloos
in je eigen steken
en langzaam teruggaan
Als dat het spel is
zet ik alles in
en misschien daar
iemand het niet weet
onvoorzien gevoel geeft
hoever, ongebaand
er hierin keihard durf
all-in te gaan
Dat een mens
door de jaren en jaren
kan gaan missen
op het punt waarbij dat mes
zoal bot, zich te vormen
tot het vlijmscherp
doet sieren, maar onvoorspelbaar
al jaren zo was
Het geeft een mimiek
die ogen openzet
daar, erin
geen einde reikt
toch het gemis, zo open
het je in het diepste smijt
Het leven als mijn inzet
zoals in mijn gevoel, het pad
nooit anders had kunnen zijn
met beslist een rede
als voorspoed
steeds minder tot niets roer
waar toch, in iets beter doel
iets meer
iets.., ietsjes
Alle jaren, hoe lelijk misschien
zoveel werk bloed, en
ieder geval niet, iets
maar toch, oh man
in de spiegel zie ik niets
ook niet wil.., of...
Een mens wil niet
zoveel missen
als alles
waar hij om gaf
en elk dat was
alles weg is
niets hebben omvat
Mijn woorden zijn weggeebt