Enkel alleen, in de donkerte,
Wacht daar, in een doos de herinnering,
Na tientallen jaren, de openbaring
De geuren, de kleuren, het verdriet en de liefde,
Opgeslagen, op een briefje,
Verkleurd, vergeeld en vergeten
De tranen rollen, de piano speelt,
De film der herinnering draait, na al deze jaren,
Voor de laatste keer, in iemands leven
Twee zielen waren één, maar lot besloot anders,
Twee gezichten, bekend maar vervreemd,
Van leed en vreugde, enkel de herinnering gebleven,
En de foto, van het meisje met rood haar,
Die lachend staat, voor het hegje,
Het vocht der tijd heeft haar wazig gemaakt,
Maar de liefde in de man houd het beeld scherp
Spontaan komt er een zonnestraal naar boven lopen,
Die met een vraag alles doet veranderen,
''Wat is er papa, wat is er verkeerd?''
''Mijn zoon, je zal moeten leren dat niet voor altijd alles is,
Dat het lot dingen zal veranderen, hoe graag je dat niet zou willen hebben,
Maar de liefde gaat nooit weg, het verslijt niet, het verdwijnt niet.''
De doos gaat dicht, de foto sluit haar ogen, om op te gaan in de donkere jaren,
Weg, in een eenzame hoek der gedachtenis, waar enkel de namen blijven,
En de herinneringen, toen alles nog leefde, en de jeugd eeuwig was.