In winters koude nijd
zetten we ramen wagenwijd
open, laten stormen en vocht
indringend als wolven door kamers
lopen, ontdaan ijlen de weerbarstigen
botten door koude bevangen
als grens, hoever we kunnen gaan.
Ik beloof je te zoeken naar een ijkpunt
elders onder de sikkel van maan
hef ik de handen in wildernis
bleker dan ooit, is het kop of munt
voor een lot dat nimmer liet hopen
zo verlangde liefde, als het kon.
Nu deze droom als alle dromen
verloren heeft, ik niet zonder kon
sluit ik de ramen, mijn hart
keer de schaduwzijde
't gezicht naar de zachte winterzon.
wervelende regenboog: | Dinsdag, januari 27, 2015 19:38 |
mooi september | |
Arendsoog: | Dinsdag, januari 27, 2015 00:10 |
Heel bijzonder dit gedicht..alsof uit een andere parallelle winterwereld..deze gaat hoge ogen gooien..liefs Arendsoog | |
kimmytje: | Maandag, januari 26, 2015 23:58 |
Prachtig, Dit behoeft niet meer woorden! LIefs Kimmy |
|