Heb vannacht de matras nat gezweet
van jou gedroomd, die naast me lag
wakker van de kou en open ogen
Het was niet om wat je zei, ongelogen
dat ik nader naar je keek, bewogen
tot het lichaam in de nacht verdween
zijn reis begon terug naar de bron
als vis tegen de stroom omhoog
de smaak van water wees de weg