Buurman's grijze kater,
ik droom er s'nachts van.
Meestal zijn het nachtmerries,
maar doe er maar eens wat aan.
Het is de kater na de vreugde.
De kat die je koopt in de zak.
De waarheid na de leugen.
De halve heer in het te grote pak.
Buurman's grijze kater,
ik krijg wereld's ondank.
Mijn dorst is altijd groter
dan de bodem van een fles drank.
Het is de kater van de vreugde.
De kat op het te hete dak.
De hete kolen die nagloeien
om de leugen die men sprak.
Buurman's grijze kater,
ik verberg mijn ogen achter
zwarte kringen. De dag tekent
mijn fysiek nĂ¡ een nacht van
ontnuchteringen. Het is de kater
na de vreugde. Het brein dat breekt
na het hart dat brak. Onder mijn riem
is het gemis gebleven van het hart dat
men er nimmer onder stak.
Katers komen met glazen. Glazen zijn soms
diep. Om Buurman's poesje dat mij nu slechts
zal krabben; meldt zich straks de kater van
het grijze geniep.