De winter is koud, nat en guur,
warm is het bij het knappend vuur.
De wind giert om het huis,
het is knus thuis bij de buis.
Het is geen weer er uit te gaan,
daar is nu geen aardigheid aan.
Lekker, mooi in huis blijven,
met een boek de tijd verdrijven.
Straks wordt het weer voorjaar,
daar is het verlangen naar.
De natuur gaat dan ontwaken,
De eendjes gaan weer kwaken.
De winter is dan gauw voorbij,
iedereen wordt vrolijk en blij,
als de zon weer gaat schijnen,
ijs en sneeuw snel verdwijnen.
Zo gaat het steeds jaar na jaar,
en het is en blijft voorspelbaar.
God heeft dit zo in de natuur gelegd
en heeft dit in de Schriften gezegd.
De seizoenen blijven bestaan,
deze wisselingen zullen doorgaan
tot aan het eind der tijden.
Dit is niet te vermijden.
Ieder jaargetijde kan bekoorlijk zijn,
maar het mooiste is wel de zonneschijn
met de warme lange zomerse dagen.
waarin mens en dier zich mag behagen.
Fedde Nicolai