De nachten waren eindeloos donker en lang
Maar op één nacht lag je naast me, ik kon het voelen al die tijd
Die nacht herinnerde ik mij zelfs een liedje weer, hoorde ik jouw gezang
Nog maar een week geleden hield jij me vast terwijl we de slaap trachtten te vatten, belemmerd door koude en een harde ondergrond
Nooit eerder voelde ik mij zo tot twee uitersten gedreven
Het was daar, ver van huis, dat ik voor even uit één geheel bestond
Jouw warmte omhulde mij als een wollen deken
Troostend en veilig zacht
Heimelijk keek ik soms naar je gezicht in diepe rust
Samen zijn wij de blauwe nacht