Het kind gekleed in blauw
trekt zich op, aan de spijlen
van zijn houten box
Zijn moeder buigt zich
naar hem toe en vraagt
of het gaat en het antwoordt
snedig dat het wel gaat
hoewel het leven zuigt
als vergane glorie, aan
dromen en goede aflopen
van wat vandaag en morgen
betamelijk is en losjes