Spreekbeurt
In mijn herinnering blijft zij altijd een kind.
Zij viel niet op.
Zij was niet bij de slimste en niet
bij de domste leerlingen.
Niet bij de grootste en niet bij de kleinste.
Zij blonk uit in lopen, maar dat deden we niet vaak.
Ooit hield zij een spreekbeurt over de kikker.
Zij stond kaarsrecht voor de klas,
met haar handen geen raad wetend.
Zorgvuldig had zij elk woord uit het hoofd geleerd.
Bij de derde zin zweeg zij plots.
Zij herinnerde zich niets meer.
Onbewogen bleef ze staan.
Ik las geen paniek in haar blik.
Huilen deed ze niet.
Zij stond daar gewoon,
onbeweeglijk, overwonnen.
Claire Vanfleteren ©