Ik wil met je praten
Met je lachen
Dolgraag willen weten
Wie jij bent
Ik wil naast je staan
Tegen je leunen
Teder en vooral stiekem
je warmte voelen
Wil tegen je praten
Ik heb zoveel tegen te zeggen
Hoe kan ik eigenlijk al die gevoelens,
In woorden weerleggen?
Wil zo graag kijken
Van dichtbij
Zodat ik mijn eigen gezicht
In je ogen zie smelten
Waarom nog wachten, al die nachten?
Me door angst te laten weerhouden
Want in mijn fantasie, in mijn ontelbare gedachten
Zeg je steeds dat je op mij wou wachten
Blijf even staan
Ren nog niet weg
Anders vervaagt mijn droom
En is mijn bron van verlangen
Zo ver weg