Het gedicht dat jullie hier nu lezen is tijdens de vakantie geschreven. Twee kinderen waren verdronken en dat heeft me heel diep getroffen.
Iemands kind
De ene jongen blijft vijftien voor de eeuwigheid.
De andere jongen blijft altijd acht.
Zij zijn beiden verdronken.
Twee jongens die verlangend hadden
uitgekeken naar de grote vakantie.
Twee jongens die kind waren,
kleinkind, scoutskameraad, klasgenoot
voetbalvriendje.
Maar ook twee jongens die op 1 september
niet meer naar school terug keren.
Twee jongens die nooit man worden.
Twee jongens wier dromen altijd
zullen blijven….dromen.
Een nachtmerrie voor al wie hen liefhad.
voor hun ouders bovenal,
want het is altijd iemands vlees en bloed.
Claire Vanfleteren ©