rijp voor de tijd
‘t is weer
eikeltjestijd,
nootjes, tamme
kastanjes als toetjes
toe na de groene boontjes
in hun overvloed. bonte blaadjes
in allerlei vormen en maten, rollebollen
op de weg van de wind, die soms ook schik
in een tolletje vindt. het zonnetje zal zo ver niet
meer rijzen, de wolken blijven grijzer. maar kijk,
de bomen gaan open, zie daar de vogeltjes
lopen, of stil wat zitten na het vele spitten.
want die stramme stammenstaanders
dichten bedaard de aarde onder
een dik tapijt. daar wordt het
weer de hoogste tijd
om op dromen
te hopen,
te geloven
in lieflijke huisjes
voor muisjes, piepkleine
tuintjes voor puitjes, paddenperkjes,
stoeltjes aan poeltjes, paadjes en gaatjes,
boogjes en toogjes, tafeltjes op kaveltjes,
al die boskaboutertjes bouwseltjes,
voor wie dat nog vanouds
vertrouwd met kom
op getogen grote
kinderoogjes
waar kan
nemen,
bijtijds.
Hans