Ik draag het gedicht op aan de kinderen die geen eten hebben en eenzaam zijn.
Uitgesloten
Je weet dat ze bestaan, de schriele zwarte jongetjes van
een jaar of zeven, acht die tevergeefs aanschuiven
voor een lepel eten.
Je weet het, en dat moet doorgaans volstaan,
je wilt ze niet iedere dag in je gezicht gewreven krijgen.
De aanblik is ondraaglijk.
Je ziet zo’n jongetje en in één klap zie je ze allemaal, ooit.
Alle jongetjes, alle meisjes, alle mannen, alle vrouwen
in alle kleuren en maten, in eindeloze golven aangespoeld.
Menselijk wrakhout.
Je wordt misselijk en kijkt weg!
Claire Vanfleteren ©