Laat mij maar dansen in jouw regen.
De regen die het leven geeft
aan de ontluikende bloesems in mijn hart.
Zoals je tranen die, als de kristallen parels
van jouw diepste gevoelens,
over je wangen naar beneden rollen
en de bodem voeden waarop mijn dromen kunnen bestaan.
En laat mij met jouw zwaarste storm verwaaien.
Die alles verwoestende storm
die enkel zal sparen wat gewillig met haar mee beweegt.
Zoals het relaas aan woorden die, door gedeeld begrip
hun verwoestende kracht verloren,
mijn zeilen bollen en mij laten vliegen langs
de spiegelende oppervlakkigheid van het leven.
En laat mij, gevangen in het onweer,
tussen de oorverdovende donder
en het geweld van de verschroeiende bliksem,
vol angstige verwondering,
de kracht aanschouwen die ontwaakt
als jouw hart haar ongenoegen over de wereld stort.