Steen voor steen, spatje bij spatje verf bouwden we ons huis
Wekenlang steunden en kreunden we, vol genot en keihard sjouwen
Veiligheid en geborgenheid lag in jouw handen, al was het soms niet helemaal pluis.
Eerste keer samen op vakantie was bijna extasy, vandaar dat we gingen samenwonen en trouwen
Had jarenlang elk dubbeltje omgedraaid om voor ons droomhuis te sparen, kwam me echt niet aangewaaid.
Elk huisje kent z'n kruisje, dat kende ik al. Maar dat het bij ons kon gebeuren? Ben je mal!
Maar zodra we er waren ingetrokken, was je liefde met de noorderzon vertrokken. Je werd zo gehaaid!
Je bouwde thuis een muur om je heen, maakte talloze opmerkingen, die sloegen kant noch wal.
Voel nog altijd auw-auw van het gesjouw, maar jouw ommezwaai naar kilte was de grootste oplawaai.
Voelde door jouw vernedering de muren op me afkomen, verloor er alles van mijn dromen, net huisarrest.
Op de besloten wc viel de dreiging me mee, maar jouw constante gedraai maakte mijn thuisgevoel taai.
Gevangene van de liefde in je eigen nest, wat mijn leven bijna heeft verpest. Vlucht naar het verste gehucht!
Vond er snel onderdak bij rakkers van makkers, met een hart van goud. Hun geweten stinkt niet naar kak!
Ondanks je grote smoel en stank ben ik nog steeds gehecht aan onze stoel en bank, met mij meegevlucht.
Ik kom soms nog even in onze vroegere woning. Aan de ene kant een onding, aan de andere kant ergens nog zo mak.