In de spiegel staat een man.
Hij kijkt me lachend aan.
Zijn gezicht lijkt zo vertrouwd.
Toch herken ik hem niet.
Ja, die man in de spiegel, dat ben ik.
Nou ja, zoals men mij ziet.
Maar niemand ziet mijn ware ik.
Achter het masker dat ik draag.
Mijn leven is niet zo rooskleurig.
Het is vooral veel duisternis.
Dat begon als klein kind.
En nog steeds mijn dagen kleurt.
Zoveel dingen meegemaakt.
Zoveel leed, zoveel pijn.
En steeds vaker verlang ik
naar hoe het eigenlijk had moeten zijn.
Ja, hoe anders had het moeten zijn.
Geen leed, geen narigheid, geen pijn.
Dan was ik niet geworden wie ik nu ben.
Mijzelf niet hoeven te verschuilen achter dat masker.
Maar gewoon écht mijzelf kunnen zijn.
Helaas blijven het maar dromen.
En dromen zijn voor mij bedrog.
Dus die vrolijke man in de spiegel,
ligt nu in duizend scherven op de grond.
En zo zal hij daar altijd blijven.
Want wat voor blijdschap er ook
mag gaan komen in mijn leven.
Het zal nóóit de leegte vullen
van de kans die mij nooit is gegeven:
Een kind te zijn, vrij en onbevangen.
Nee, in plaats daarvan zal ik de man zijn
met het masker als gezicht.
Voor de buitenwereld dansend, vrolijk en blij.
Maar in mijn hoofd voor altijd gevangen.
Want ik ben nimmer vrij....
Pancho
19 juli 2018