Het is de meest comfortabele zetel,
deze fauteuil van wit porselein,
je zit er in als gegoten,
je kan er immer jezelf in zijn.
Welk tijdschrift of krant dan ook,
kun je er lezen, met één brilleoog,
lullen, ouwe hoeren, in deze ruimte,
is te alle tijd een spetterende monoloog.
Doch te lang wil je er niet blijven,
waarschijnlijk wordt er dan over je gepraat,
dus opstaan, alles in orde brengen,
zodat je de plek des behoeftes verlaat.
Maar je beseft bij het afscheid,
ik keer weerom met een vast doel,
het kan gewoonweg niet anders,
dat is de normale gang voor deze stoel.