Dagen worden steeds korter, de nachten duren zo lang.
De bomen verliezen hun bladeren, rood en bruin gekleurd vallen ze op het trottoir en glijden tijdens het lopen langs mijn schoeisel.
Vogels die er in de lente hadden genesteld zijn al reeds vertrokken naar een beter oord, en hebben niet meer dan een hoop takjes achter gelaten.
Ook al wordt de Herfst gebruikt voor synoniem van verval en destructie van iets schoons, is er niets mooier dan dat.
Het verwelken en beschadigen van zo iets fraais, geeft reden en kracht tot wederop bouw, om uit de in tot zo vele vergaane grond te herrijzen, te doen bloeien tot iets schitterend.