Aanzie mij, al hoor je me niet,
ik val op
jou en dat verplettert genadeloos de blikken die we delen
Hoe ik adem
vertaalt geenszins wat er in de lucht hangt
eerder
hoe ik zwevend, tollend en draaiend
de grenzeloze luwte in ga
Knal mij uiteen
raap me op, verstrooi me
en voel dat ik nog aan je plak
hoe ik verdeeld en verstoft
in je ogen prik,
dat ik, als in telkens weer, in alle hoeken strand
en hardnekkig
de onbewerkte voegen blijf vullen
Staar mij blind
en vergeet dat ik zag
hoe ik horendol, muren op ging lopen
en met alle kleuren die ik bezat
doelloos tegen een vlakte aan kwakte
Zwijg mij dood, vul mij in, houd mijn mond
en leg mij op
dat ik jouw zinnen speel
Overleef me
en adem mij uit
ik ben jouw stilte