Met de kraag omhoog
de mijter diep over de oren
de rode wintermantel dichtgetrokken
hoge schoenen, lange onderbroek
onder de witte lange rokken
Met vaste tred, stevig
ondanks de scherpe kou
gaat hij de straten door doelbewust
het pad in naar de dichte deur
die open zwenkt, een glimlach bloot
en deze man wordt dan verrassend
innig welkom thuis gekust