Zolang er mensen zijn
Met donderende stemmen
Mensen zonder water bij de wijn
Wild van hart, niet te temmen
Ook al zijn ze niet met veel
En worden lasten op hun rug gelegd
Verstilt nooit hun keel
Praten ze krom niet recht
De zachte veroveraars
Die stilstaan bij de lijken
Ze zijn zeldzaam, ze zijn schaars
Weten zoveel meer met minder te bereiken
Hun kracht komt van binnen
Een onuitputtelijke fontein
Met liefde overwinnen
Zij met het hart, de rest met het brein
In die gelederen
Wil ik mij bevinden
Hun kracht die kan vertederen
Licht dat nooit doet verblinden
Strijdend, altijd in de minderheid
Maar niet verzaken
Voor het goede, voor hun werkelijkheid
Zij blijven voor ons een baken
Ook zij kennen pijn
Maar reiken voorbij dat verdriet
Zij zijn hun eigen kapitein
En zingen hun eigen lied
In sommige ogen raar
Maar voor hen doodnormaal
Je staat voor een ander klaar
Ze zijn de helden van het verhaal
Maar helden proeven
Onevenredig het bitter meer dan het zoet
Ondanks dat hun lot soms doet bedroeven
Streven zij toch naar goed