Het was een mooie zonnige dag,
jij en je broertje wilden bij mij komen
Maar het lot besliste anders.
Jij was al aan het slapen
De klap kwam heel hard aan.
Waarom moest het mij overkomen?
Het was zo gemeen.
Ik voel me zo verlaten en alleen,
Je was hier maar kort,
maar toch zat je al in mijn hart.
Ik had jullie al die maanden gedragen.
Wanneer ik ‘s nachts naar boven kijk
zie ik soms heel veel sterren staan.
Die allen stralen aan een heldere hemel,
ongrijpbaar, hier zo ver vandaan.
En kijkend naar de vele sterren
weet ik, de jouwe is daarbij.
Samen met andere geliefden sta je daar aan de hoge hemel
en flonkert daar speciaal voor mij.
Als ik mijn ogen sluit en ga dromen,
zie ik je opgroeien samen met je broer en zus.
Maar als ik mijn ogen weer open doe
zie ik dat het anders is.
Er rest alleen een groot gemis.
Slaap maar verder kind van mij,
tot wij ooit verenigd zijn.
je mama