Bij het zien van zijn gezicht
Bondt het oog mij tot plicht
gestaag maar zeker trok ik hem
naar me toe en voelde
hoe zijn hart tegensputterde
slagen oversloeg
tussen de oevers van mijn ratio in
t ebben en vloeden die elkaar
wisselden zoals de winter
dat met lente doet;
sneeuwklokjes in de zon
hij dronk tegen beter weten
en riep,
geen weerstand te kunnen
bieden
en zag hoe zijn verlangen
asiel verkreeg in het nimmer
dovend licht van mijn oog
Stekeblind