Heftig
Hij zag het meteen in haar ogen,
zijn woorden troffen haar heel diep,
ze staarde hem aan, sprakeloos,
keek ze als een zwaar gewond dier.
Hij had het haar verteld
het was eerlijk,
en het moest worden gezegd,
maar waarom in hemelsnaam
op deze onverwachte manier.
Ze knikte, traag en nadrukkelijk,
het leek of ze het lang had vermoed.
Hij zag die ene traan
in haar ooghoek,
liep onder de bril door over haar gezicht.
Zijn berouw sloeg heftig toe,
dicht tegen hem aan, vergeving vragen,
greep hij haar bij de armen,
maar zij rukte zich los, deinsde terug,
sloeg toen de deur voor hem dicht.
----